142 Hartwig von GRÄVENITZ. Gehuwd met 143 Katharina Ilse von VOGELSANG. Uit dit huwelijk:
144 Bernhard von KROGH, Kgl. dänischer Stadtsmajor in Trondheim, geboren voor 1635 te Lubeck, overleden op 09-08-1676 te Trondheim, zoon van Jürgen von KROGH (zie 288) en Abigäl von KAMPEN (zie 289). Gehuwd met 145 Alida von BOLTEN, geboren 1615 te Bremen, overleden op 09-08-1688 te Trondheim, dochter van Dietrich von BOLTEN (zie 290) en Lucretia von TILLINGS (zie 291). Uit dit huwelijk:
146 Christopher MUNTHE AF MORGENSTJERNA, geboren op 03-01-1629 te Flahammer, overleden op 12-11-1679 te Flahammer op 50-jarige leeftijd, begraven te Dale, Luster, zoon van Geert Christoffersen MORGENSTIERNE (zie 292) en Brigitte Christophersdatter GLAD (zie 293). Gehuwd 1657 met 147 Brigitte von MUNTHE, geboren op 26-06-1634 te Borreby, Malmöhus, Schweden, overleden op 23-04-1708 te Flahammer, Lyster, Norwegen op 73-jarige leeftijd, (Dale kirke), begraven te Dale, Lyster (NO), dochter van Ludwig von MUNTHE (zie 294) en Ingeborg FRIIS (zie 295). Uit dit huwelijk:
148 Nicolaus von BRÜGGEMANN, geboren op 16-09-1632, overleden op 14-02-1682 op 49-jarige leeftijd. Gehuwd met 149 Hedwig von SPEND, dochter van Christian von SPEND (zie 298) en Elisabeth von MEESE (zie 299). Uit dit huwelijk:
150 Caspar Hermann von HAUSMANN, Geheimrat, General-Leutnant der Infanterie, höchste kommandierende General in Norwegen 1712-1716, geboren op 10-01-1653 te Holstein, overleden op 09-09-1718 te Christiania, Norwegen op 65-jarige leeftijd, zoon van Daniel von HOUSMANN (zie 300) en Margarete von LÖWENDAHL (zie 301). Gehuwd met 151 Karin von TOLLER AF ROSENHAIN, geboren op 15-08-1662, overleden op 13-08-1742 op 79-jarige leeftijd, dochter van Nils TOLLER (zie 302) en Kirsten von TÖNSBERG (zie 303). Uit dit huwelijk:
152 Hans Wilhelm von FRANKENBERG Und PROSCHLITZ, Herr auf Reichen und Jacobsdorf, overleden op 10-04-1704, zoon van Hans von FRANKENBERG Und PROSCHLITZ (zie 304) en Rosina Magdalena Florina von POGRELL (zie 305). Gehuwd met 153 Anna Maria von PRITTWITZ, geboren 1660, overleden 1704. Uit dit huwelijk:
154 Georg Sigismund von KELTSCH und RIEMBERG, geboren 1650, overleden op 14-03-1725. Herr auf Stampen, Wiesenrade und Michelwitz. Gehuwd op 20-02-1686 met 155 Anna Ursula von PUSTER, overleden 1694. Uit dit huwelijk:
156 Heinrich von RABEN, auf Stück und Steinfeld, zoon van Christoph von RABEN (zie 312) en Magdalene von LÜTZOW (zie 313). Gehuwd met 157 Magdalena von PENTZ, dochter van Ulrich von PENTZ (zie 314) en Ottilia von LÜTZOW (zie 315). Uit dit huwelijk:
158 Johann von SKINKEL, Kapitän auf der "Svenska Falk", 1684 Schoutbynacht, seit 1703 Vice-Admiral, geboren op 07-11-1649, overleden op 05-02-1704 te Kopenhagen op 54-jarige leeftijd, begraven te Kopenhagen (Everdrupkirche), zoon van Laurids von SKINKEL (zie 316) en Sophie Vernersd. PARSBERG (zie 317). Gehuwd op 33-jarige leeftijd op 03-01-1683 met 159 Elisabeth Sophie von JUEL, dochter van Claus von JUEL (zie 318) en Sophie von GYLDENSTJERNE (zie 319). Uit dit huwelijk:
160 Gert Lippold von OHEIMB, Herr auf Enzen und Helpfen, geboren 1627, overleden 1670, zoon van Parm von OHEIMB (zie 320) en Ilse von STOCKHEIM (zie 321). Gehuwd met 161 Amalie von WIETERSHEIM. Uit dit huwelijk:
164 Kurd Wilhelm von LENTHE, auf Luttringhausen, Kurfstl. brandenb. Geheim Rat und Drost zu Petershagen, geboren op 01-10-1639, overleden op 25-10-1690 te Petershagen (DU) op 51-jarige leeftijd, zoon van Wilhelm von LENTHE (zie 328) en Anna Elisabeth von WATZDORFF (zie 329). Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 21-06-1666 te Gudow (DU) met de 20-jarige 165 Sophie Eleonore von WITTORF, geboren op 04-03-1646 te Lüneburg (DU), overleden op 26-03-1705 te Eisenach (DU) op 59-jarige leeftijd, dochter van Joachim Werner von WITTORF (zie 330) en Elisabeth Dorothea von BEHR (zie 331). Uit dit huwelijk:
166 Ottrabe Bernd von LANDESBERG, overleden op 06-02-1684. Erbschenk des Stifts Wunstorf, poln. Oberstlt. Zoon van Jobst Ludolf von LANDESBERG (zie 332) en Magdalena Dorothea von WETTBERG (zie 333). Gehuwd met 167 Clara Anna von FRONTHORST. Uit dit huwelijk:
172 Jobst Christoph von CORNBERG, Burgmann zu Lübbecke, geboren op 17-02-1640 te Lübbecke (DU), overleden op 12-05-1672 te Landsberg (DU) op 32-jarige leeftijd, zoon van Reinhard von CORNBERG (zie 344) en Regina Margarethe von BOYNEBURG (zie 345). Gehuwd 1668 te Wormsthal (DU) met 173 Katharina Anna von LANDESBERG, geboren op 17-02-1640 te Wormsthal (DU), overleden op 15-12-1699 te Lübbecke (DU) op 59-jarige leeftijd, dochter van Jobst Ludolf von LANDESBERG (zie 332) en Magdalena Dorothea von WETTBERG (zie 333). Uit dit huwelijk:
174 Franz Dietrich von DITFURTH, Lehnsmann der Markgrafen von Brandenburg, des Stifts Gandersheim, des Reichsstifts Quedlinburg, der Fürsten zu Anhalt. der Herzogen zu Braunschweig und Lüneburg und der Fürsten zu Schaumburg-Lippe, auf Wegeleben, Wanzleben, Ditfurth, Seehausen, Oschersleben und Dankersen, Herr auf Todemann, Landgrfl.hess. Oberts der Kav. Geboren 1627, overleden op 22-02-1710 te Dankersen (DU), zoon van Ernst Ludwig von DITFURTH (zie 348) en Osterheld von dem BRINCK (zie 349). Gehuwd voor de kerk op 14-11-1667 te Auburg met de 19-jarige 175 Anna Lucie Christine von CORNBERG, geboren op 03-06-1648, overleden 1694, dochter van Otto Wilhelm von CORNBERG (zie 350) en Clara von QUERNHEIM (zie 351). Uit dit huwelijk:
176 Johann Albrecht von LEDEBUR, auf Nieder-Mühlenburg bei Spenge, Kurbtandenburgischer Rittmeister, Landkommissar der Grafschaft Ravensberg, geboren 1619, overleden op 30-05-1694, zoon van Heinrich von LEDEBUR (zie 352) en Anna von dem BUSCHE (zie 353). Gehuwd 1652 met 177 Eva von HATZFELD, geboren circa 1630, overleden 1682, dochter van Johann Adrian von HATZFELD (zie 354) en Anna von VOSS (zie 355). Uit dit huwelijk:
178 Gebhard Christoph von ALVENSLEBEN, zu ½ Erxleben, 1688 zu Isenschnibbe, geboren op 25-10-1631 te Erxleben, overleden op 15-07-1690 op 58-jarige leeftijd, begraven te Erxleben, zoon van Valentin Joachim von ALVENSLEBEN (zie 356) en Anna Maria von SALDERN (zie 357). Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 11-09-1657 te Buchenau met 179 Sophia Magdalena von BUCHENAU, geboren 1625 te Stuttgart, overleden op 21-09-1698 te Erxleben, begraven te Erxleben, dochter van Freiherr Hans Balthasar von BUCHENAU (zie 358) en Freiin Maria Magdalena von CLOSEN (zie 359). Uit dit huwelijk:
180 Friedrich Achaz von der SCHULENBURG, Herr auf Hehlen, Angern, Beetzendorf, Ramstedt, Deßel und Osterwohle, Geheim Rat, Berghauptmann, Erbküchenmeister, geboren op 03-05-1647 te Hehlen (DU), overleden op 25-05-1701 te Hehlen (DU) op 54-jarige leeftijd, zoon van Achaz von der SCHULENBURG (zie 360) en Dorothee Elisabeth von BÜLOW (zie 361). Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 28-06-1681 te Hehlen met de 21-jarige 181 Margarethe Gertrud von der SCHULENBURG, geboren op 25-11-1659 te Wolfenbüttel, overleden op 05-08-1697 te Hehlen op 37-jarige leeftijd, dochter van Gustav Adolf von der SCHULENBURG (zie 362) en Petronella Ottilia SCHWENKEN von FRIESEN (zie 363). Uit dit huwelijk:
182 Friedrich von STEINBERG, Wolfenbuettelschen Geheimrath, auf Brüggen und Achim, geboren op 23-05-1651, overleden op 18-10-1718 op 67-jarige leeftijd, zoon van Friedrich von STEINBERG (zie 364) en Elisabeth von SPIEGEL Z.PICKELSHEIM (zie 365). Gehuwd voor de kerk 1686 te Celle met 183 Gabriele Luise von GRAPPENDORF, geboren op 28-09-1667, overleden op 27-09-1743 op 75-jarige leeftijd. Uit dit huwelijk:
256 Hinrich von LEVETZOW, Herr auf Mistorf, Groß- und Klein-Markow, Pfandgesessener auf Lüdershausen und Hoppenrade, Mecklenburgischer Landrat und Land- und Hofgerichtassessor, Provisor des Klosters Riebnitz, geboren 1597, overleden op 30-06-1665, begraven op 04-07-1665 te Erbbegräbnis in Schorrentin. Als Sohn des gleichnamigen Heinrich v.Levetzow auf Mistorff und Klein-Markow und der Sophia v.Alvensleben a.d.H. Kalmen und Regerts kam er im Jahre 1597 auf die Welt. Nach der empfangenen Taufe wurde er in "treufleissiger Zucht bey auffwachsenden Jahren zu aller Gottesfurcht und allen Adelichen Tugenden, guter disciplin und Institution" angehalten. Zwar wurde er mit 9 Jahren durch den Tode des Vaters Halbwaise, erhielt aber gute Männer als Vormünder, die durch Einstellung von geeigneten Präzeptoren die angefangene Erziehung im gleichen Geiste fortsetzten. Als er dann "in Studio und Adelichen Sitten ... zugenommen" hatte, sandten ihn die Vormünder und seine Mutter mit 15 Jahren auf die Universität Rostock, wo er seit 1612 lernte. Anschließend ging er nach vier Jahren - wiederum auf Anraten seine Vormu1under - nach Helmstedt und Straßburg, um auf den diesen Universitäten seine Studien fortzusetzen. Dort hatte er auch "mit vielen gelahrten qualificierten Männern conversiret, beliebet und sich bekant gemacht". Er wollte dann zwar, um das theoretisch Gelernte in der Praxis zu überprüfen, auf die Peregrination gehen, wurde aber von seinen Vormündern und seiner Mutter gebeten, darauf zu verzichten. So kehrte er unverrichteter Dinge wieder zurück und half ihr bei der Haushaltführung und auf den väterlichen Gütern Mistorff und Klein-Marckow. Da außerdem bald einer der Herren Vormünder starb, übernahm er die Güter schlies1slich ganz zur Bewirtschaftung. In Leveke Dorothea v.Köllen, der Tochter des Gerdt v.Köllen, Mecklenbugischen Amtshauptmanns in Stavenhagen und Herrn auf Groß-Grabow, fand er bald eine geeignete Lebensgefährtin, die ihm 1619 das Verlöbnis gab und ihn im folgenden Jahre in Stavenhagen heiratete. Fünf Söhne und vier Töchter entstammten dieser langen Ehe. Aufgrund der Kriegswirren in Mecklenburg mußte er 1638 von Mistorff aus nach Rostock fliehen und bekam bereits hier mit seiner ganzen Familie einige "hitzige Krankheiten". Nach acht Tagen starb daran seine Frau. Weil es ihm als Witwer schwerfiel, dem Haushalt vorzustehen, ehelichte er ein zweites Mal, diesmal in Rostock im Jahre 1639 Sophia Elisabeth v.Blücher, die Tochter des Anthon v.Blücher auf Suckow. Die neue Gattin wurde nicht nur ihren Stiefkindern eine gute Mutter, sondern hatte mit ihrem Gatten noch zwei eigene Söhne und zwei Töchter. Die beiden Söhne hatten sich verschiedene Jahre an fürstlichen Höfen aufgehalten und waren dann in den Dienst des Herzogs von Schlewig-Holstein-Gottorf gegangen. Im Jahr 1640 wurde ihr Vater zum Landrat vorgeschlagen und auch von Herzog Adolph Friedrich als solcher ernannt. Neben einer Reihe anderer Ehrenämter wurde er Provisor des Klosters Ribnitz. In seinen letzten Wochen klagte er zunehmend über "Hitze und Verstopffung des Hauptes". Oft war er noch zu Tisch, mußte sich dann aber hinlegen und wurde acht Tage vor seinem Ende durch einen Barbier zur Ader gelassen. Nachdem er gebeichtet und die Absolution erhalten hatte, starb er schließlich mit zusammengefalteten Händen am Abend eines Montags zwischen 11 und 12 Uhr im 68.Lebensjahr. Beigesetzt wurde sein Leichnam am 4.Juli 1665 im Erbbegräbnis zu Schorrentin. Quelle: LdsBibl. Schwerin, Personalschriften, Sign.: v.leve , zoon van Hinrich von LEVETZOW (zie 512) en Sophia von ALVENSLEBEN (zie 513). Gehuwd (1) op 08-11-1618 te Stavenhagen met Leveke Dorothea von CÖLLN (zie 257). Gehuwd voor de kerk (2) 1639 met Sophie Elisabeth von BLÜCHER. Uit het eerste huwelijk:
257 Leveke Dorothea von CÖLLN, geboren 1602 te Groß Grabow, overleden op 16-12-1637 te Rostock, dochter van Gerd von CÖLLN (zie 514) en Lucia von BÜLOW (zie 515). Uit dit huwelijk: 2 kinderen (zie onder 256).
|